TU Eindhoven: rode loper voor groen reizen
Op haar campus rolt de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) met een Groene Loper de rode loper uit voor voetgangers en niet-gemotoriseerd verkeer. Deze groene voetgangers- en ontspanningszone en de compacte opzet van de campus maakt dat de verschillende universiteitsgebouwen gemakkelijk lopend of fietsend bereikbaar zijn. Een groot deel van de meer dan 67.000 medewerkers en 13.000 studenten doen dit dan ook of komen met het OV. De TU/e wil de campus echter nog duurzamer maken en haar ecologische voetafdruk verder verkleinen. Daarom stimuleert ze medewerkers die nu nog met de auto komen om vaker te kiezen voor duurzamer reizen per fiets of OV. Simone Vonken, adviseur mobiliteit, duurzaamheid en integrale samenwerking: ‘Door het bieden van de juiste faciliteiten en aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden verleiden we medewerkers en studenten om meer duurzame keuzes te maken.’
Garages of groener reizen
De universiteit startte al een aantal jaren geleden met deze omslag. Directe aanleiding waren de steeds vollere parkeerterreinen op de campus en de realisatie dat uitbreiden ingewikkeld en duur is. ‘De vraag was: bouwen we extra parkeergarages of denken we na over hoe we duurzamer kunnen omgaan met onze mobiliteit? Dat scheelt geld en als er minder parkeerruimte nodig is, blijft er meer ruimte over voor groen en verblijfsfuncties. We besloten te gaan voor die laatste optie en het tekort aan parkeerruimte te verbinden aan vergroening van de campus en aantrekkelijk werkgeverschap. Onze doelstelling is dat maximaal een kwart van onze medewerkers en studenten met de auto komt. En dat die auto liefst elektrisch is. De TU/e ligt binnen een toekomstige emissievrije zone dus voertuigen op fossiele brandstof moeten sowieso voor 2030 van de campus af.’
Betaald parkeren
In 2015 voerde de TU/e betaald parkeren in op de campus. ‘Dat was destijds een hele omslag want gratis parkeren voelde als een recht. Parkeren was en is een gevoelig onderwerp. Je mag nog steeds met de auto komen, alleen kost je dat wel geld. We stimuleren het kiezen van een duurzamer vervoermiddel zoals fiets en OV.’ Voor dienstreizen in Nederland zijn NS-Business Cards beschikbaar. Als locaties niet met het OV te bereiken zijn, kunnen medewerkers een deelauto gebruiken of een auto huren. Een elektrische auto is dan de eerste voorkeursoptie. Zelf geeft de universiteit het goede voorbeeld door haar eigen kleine universiteitsvloot ook te electrificeren. ‘Twee van de twaalf voertuigen zijn al elektrisch. In 2025 willen we ons hele wagenpark emissievrij gemaakt hebben.’ Voor internationale reizen stimuleert de TU/e om zoveel mogelijk de trein in plaats van het vliegtuig te nemen. Of om helemaal niet te reizen en te kiezen voor teleconferencing. Een groep academici neemt hierin het voortouw en helpt collega’s om duurzamer internationaal te reizen via het ‘Low carbon initiative’.
Reiswijze zakelijke ritten
Het percentage medewerkers dat dienstreizen maakt, is bij de TU/e vrij laag. Maar door het grote aantal medewerkers, gaat het wel om behoorlijke absolute aantallen.
- Bijna 35% van de respondenten maakt nooit zakelijke ritten.
- Ongeveer 60% maakt bijna nooit of maandelijks slechts enkele keren een zakelijke rit.
- Slechts 4,5% van de respondenten maakt minimaal 1 keer per week een zakelijke rit.
Fietsenplan
De fiets als duurzaam reisalternatief kreeg vanaf het begin veel aandacht. De universiteit breidde de fietsenstallingen uit in capaciteit en telt een paar keer per jaar hoe goed ze gebruikt worden. In een aantal gebouwen werden lockers geïnstalleerd voor het opbergen van fietskleding. Ook kwamen er dienstfietsen en kijkt de TU/e of er ruimte is om een fietsenmaker een permanente plek op de campus te geven. Het eigen Fietsenplan is populair: een derde van de medewerkers maakt hier gebruik van. Medewerkers kunnen de aanschaf van een fiets fiscaal voordelig bekostigen met het inleveren van verlofuren, bruto maandsalaris, vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering.
Anders denken
De TU/e doorliep een uitgebreid besluitvormingstraject waarbij een afvaardiging van verschillende afdelingen, het bestuur, de stuurgroep en de OR betrokken waren. ‘Belangrijk is om goed voor ogen te houden wat je wil bereiken en waarom. Medewerkers zijn vaak huiverig voor verandering. Gelukkig was de overtuiging dát er iets moest veranderen en dat we dat samen moeten doen wel aanwezig. Het is mooi om te zien hoe onze manier van denken is veranderd. Vroeger was je auto verder weg moeten parkeren echt een no-go. Nu is daar veel meer begrip voor. Goede en doorlopende communicatie blijft echter wel een aandachtspunt.’
De echte wereld
Volgens Simone weten de meeste medewerkers ondertussen wel welke basisvoorzieningen er op de campus aanwezig zijn en welke regelingen er zijn op mobiliteitsgebied. De uitleg erover en het bewustzijn ervan? Dat kan nog wel beter, vindt ze: ‘Mobiliteit raakt veel verschillende afdelingen waardoor de informatie erover versnipperd raakt. We bundelen dat nu steeds meer online op één plek. Wat ook erg helpt is dat we de keuzemogelijkheden steeds beter zichtbaar maken in de echte wereld. Zoals met een mobiliteitsmarkt op de campus, een pitstop voor de fiets en een e-bike probeeractie. Medewerkers reageren daar heel positief op. En we pakken meteen door: we informeren ze direct over ons fietsplan en de aanschafkorting die ze bij de Fietsvoordeelshop krijgen. De komende tijd blijven we dan ook hiermee doorgaan: nog actiever promoten en laten zien wat we allemaal al doen en wat er mogelijk is.’
OV-aandacht
Trots is Simone op het hoge percentage fietsers onder de medewerkers en het teruglopende aandeel van de auto. Betaald parkeren, de opkomst van de e-bike en het feit dat veel mensen op fietsafstand wonen, helpen hieraan mee. ‘Het aantal OV-reizigers mag nog wel wat hoger, daar werken we aan de komende jaren. We moeten blijven communiceren over duurzaam reizen. Dat is echt nodig om die verandering vast te houden want de wisselingen onder onze studenten en medewerkers zijn groot. Daarom focussen we onze communicatie nu op de start van iemands dienstverband of studie en op de online bundeling van alle informatie op ons intranet en onze website.’
Bron: BMN